Nieuws
Verhalen uit de praktijk
HENRIETT BLOGT | Het is nog vroeg op de vrijdagochtend wanneer ik in het BovenIJ Ziekenhuis arriveer. In dit gedeelte van Amsterdam ben ik nog niet geweest. Vandaag komt daar verandering in, ik mag een ochtend meelopen met de cellisten van Muziek aan Bed. Na maandenlang via foto’s en blogs hun verhalen gelezen (en gedeeld) te hebben, mag ik eindelijk live getuige zijn van de magische klanken dichtbij het ziekenhuisbed. Ik vind het een beetje spannend. Ziekenhuizen heb ik in het verleden zo goed mogelijk proberen te vermijden. Nu stap ik in een wereld waarin ziek zijn zo aanwezig is. Maar ook de kant van de zorg is hier goed zichtbaar; de vriendelijke ontvangst, de drukte van het verplegend personeel in de gangen en op de kamers. Mijn collega’s Mariette en Chieko gaan vandaag daar een toevoeging aan geven door live muziek naar de patiënten te brengen. Na het omkleden en inspelen overleggen de cellisten met Suzanne – de contactpersoon in het ziekenhuis – waar ze kunnen starten. Dat is vandaag de kliniek. Ik volg ze, als onopvallende schaduw, op de voet. Ze lopen zachtjes en alert door de lange gang en kijken de kamers in om de situatie op te nemen. Is daar de arts in overleg, dan lopen ze door. Ligt er iemand alleen of met anderen, dan lopen ze voorzichtig naar binnen. ‘Mogen wij u blij maken met muziek?,’ vraagt Mariette dan.
De komst van de muzikanten is vaak een welkome verrassing. Zo ook in kamer 104 waar José samen met twee andere patiënten de kamer deelt. Ze krijgt net een telefoontje van iemand, maar zegt later terug te bellen. Want Muziek aan Bed, dat wil ze niet missen! In deze kamer voel ik de openheid en blijdschap als de klanken van de cello zich verspreiden. Ik herken het liedje, het is ‘Sammy’ van Ramses Shaffy. Een van mijn favorieten. Na afloop klinkt applaus. ‘Wat een traktatie!’, roept een van de patiënten. ‘Muziek heelt de mens’, zegt de andere, ‘het scheelt een pilletje.’ Jose is ook heel blij dat ze de muziek met aandacht heeft kunnen beleven. ‘Kunnen jullie meer spelen? Het is prachtig!’. En natuurlijk kan dat. Muziek aan Bed brengt niet alleen magische klanken, maar ook aandacht en openheid. Als we de kamer verlaten, voel ik dat daar iets achterblijft. Deze ervaring is bijna niet in woorden te vangen.
We lopen verder. Ik ervaar de kamers als een tableau van de maatschappij in het klein. De één is blij dat hij vandaag weer naar huis mag, de ander is wat somber door wat haar is overkomen. Het is een mengelmoes aan emoties en toestanden. Ik voel veel respect voor het zorgpersoneel, voor de cellisten, maar vooral ook voor al deze mannen en vrouwen die tijdelijk zo kwetsbaar zijn en hulp nodig hebben. In een kamer verderop ligt mevrouw Schep. In haar jongere jaren was ze ballerina, vertelt ze. Je merkt dat ze affiniteit heeft met muziek. Ze geeft aan eerst helemaal klaar te willen liggen voor het optreden. We wachten geduldig en ik help haar ook even om de tafel op wieltjes aan te schuiven, zodat ze daar haar spulletjes op kan leggen. ‘Ik ga nog niet dood, hoor,’ roept ze, ‘maar als ik dat wel doe, wil ik graag dat jullie op mijn begrafenis komen spelen.’ Ik word stil. Alles is hier aanwezig op een paar vierkanten meter. En dat alles heet leven.