Nieuws
Esther de Boer helpt patiënten even ‘buiten het ziek zijn’ te komen
Esther de Boer helpt patiënten even ‘buiten het ziek zijn’ te komen
Esther de Boer is celliste bij Muziek aan Bed, een stichting die muziek naar ziekenhuizen en verzorgingshuizen brengt. Samen met een andere muzikant speelt ze op één cello aan het bed van de patiënt. Elke keer als ze muziek aan bed speelt, merkt ze het effect van de muziek op de patiënt.
Als Esther binnenkomt met haar collega, vraagt ze bij de balie van de afdeling naar patiënten waar ze niet moeten vragen of ze mogen spelen. “We vragen altijd of we muziek mogen maken en laten ons ook wegsturen als het niet uitkomt’, legt Esther uit. De cellisten gaan door de gang van kamer naar kamer. Als ze op de kinderafdeling komen, spelen ze vaak eerst even in de speelkamer.
Na een tijdje gaan Esther en haar collega naar de patiënten die niet naar de speelkamer kunnen komen. Als ze de kamer binnenkomen, reageren ze op wat ze zien. “Als een kind heel erg hangt, kom je anders een kamer binnen dan iemand die daar op een iPad een filmpje aan het kijken is”, legt Esther uit. “Of je ziet ergens een beertje liggen op bed en dan reageer je daar op. Je probeert daarmee een ingang te vinden.” Dan vertellen de muzikanten dat ze van Muziek aan Bed zijn en dat ze graag een paar liedjes voor de patiënt zouden willen spelen. “Het hangt er dan vanaf hoe ze reageren of we dan vragen welk liedje ze willen horen of dat we gewoon beginnen. Soms kijken we ook eventjes naar de ouders hoe zij erop reageren. En dan spelen we één of twee liedjes, soms drie, en dan gaan we weer naar de volgende kamer.”
Geen zware muziek, maar lichte zware muziek
Muziek aan Bed is inmiddels al in 40 ziekenhuizen en zorginstellingen actief. Elk jaar komen er wel twee of drie liedjes bij het uitgebreide repertoire van Muziek aan Bed. “We proberen het steeds breder te trekken. We hebben kinderliedjes, we hebben Disney liedjes, we hebben filmmuziek, muziek van computerspelletjes, maar we hebben natuurlijk ook klassiek, folk, Nederlandstalig, jazz, christelijke liedjes.” De meest vertegenwoordigde muzikant is Bach. “Die doet het altijd goed”, zegt Esther. “Gisteren zegt iemand nog ‘doe maar lichte klassieke muziek’, dus ik zei tegen mijn collega ‘oh! Laten we een menuet doen van Bach’.” Haar collega reageerde wat verbaasd, want Bach was toch juist hele zware muziek. “Dus ik zeg, ja, niet hoe ik het speel”, zegt Esther lachend. “We hebben het daarna even gevraagd en de patiënt vond het inderdaad heel licht klassiek.”
Over het algemeen moet je volgens Esther geen heel zware muziek spelen in het ziekenhuis. “Soms vragen we ook of de patiënt iets rustigs of iets heel vrolijks wil. De meeste mensen kiezen hiervoor.” Iedere muzikant pakt het muziekstuk anders aan. “Het is ook maar net wat je aanvoelt. Gister was er een vrouw die al in tranen was toen we er kwamen, omdat ze zoveel van muziek houdt. Toen hebben we eerst vijf minuten over haar verhaal gepraat. Ze wilde graag dat we zware muziek speelden en dat deden we ook, maar wel iets lichter.” De cellisten worden speciaal opgeleid om aan te voelen wat de patiënt nodig heeft.
Buiten het ziek zijn komen
Bij de cellomuziek klinkt soms ook de stem van Esther. “Ik zie het zingen meer als het aanmoedigen van de mensen om mee te zingen”, vertelt ze. “Als ik begin met zingen, gaan de andere mensen ook meezingen.” Als ze met z’n tweeën achter de cello zitten, heeft dat volgens Esther wat magisch. “Als wij met z’n tweeën op een eenpersoonskamer komen en wij kijken naar zo’n patiënt, dan is het best wel ‘in your face’. Waar moet je als patiënt zijnde dan naar kijken? Het is niet zo dat we de hele tijd die patiënt aanstaren hoor. Als wij met vier handen op één cello spelen, is het helemaal niet gênant om daar naar te kijken en te zien hoe dat allemaal gaat. Dat vind ik wel iets heel moois.” Volgens Esther doet muziek sowieso al veel met mensen. “De emotie wordt geraakt”, zegt ze. “Maar doordat het ook nog een act is, heb ik het idee dat ze nog meer even buiten het ziek zijn komen.”
Dat gebeurde ook op vrijdag 6 mei. Esther kwam binnen in het UMCG in Groningen. Ze speelde op een aantal afdelingen, maar op de laatste was het zó druk dat er weinig tijd was voor muziek. Daarom besloot ze met haar collega in de openbare ruimte te spelen. Ze speelde van balkonnetje naar balkonnetje. Een vrouw met een stang met allerlei medicijnen eraan achtervolgde het duo. Ze was al naar een paar optredens komen luisteren. Esther raakte met haar in gesprek. “Je weet niet half wat je voor mij betekend hebt, want jullie hebben voor mij gespeeld in het ziekenhuis”, zei de vrouw tegen Esther. “Ik ben doodziek en ik ga dit niet overleven.’” Ze lag al een aantal maanden in het ziekenhuis. “Jullie speelden voor mij en daarna was ik helemaal in tranen”, zei de vrouw. “Ik dacht, dit kan mij toch nog wel wat brengen.’
Hoe meer muziek, hoe beter
“Eigenlijk had de vrouw het gevoel dat het leven haar niks meer bracht totdat ze muziek hoorde aan het bed”, zegt Esther. “Elke keer als ik cello hoor, ga ik op zoek naar waar jullie zijn”, zei de vrouw nog tegen Esther. “Dat is zo mooi”, zegt de celliste. Voor haar is dit het mooiste werk dat ze ooit heeft mogen doen. “Het is een enorm compliment”, zegt Esther. “Het klinkt misschien een beetje gek, maar het is eigenlijk iets wat je altijd ziet gebeuren, maar niet terug hoort natuurlijk. Je gaat niet vragen na het spelen van ‘nou, wat vond u ervan? En heeft het een impact gehad?’. Nee, dat doe je niet. Dus iemand die een beetje opknapt en daarna kan verwoorden wat de muziek met haar heeft gedaan, dat ontroert me. Dat doet me heel veel.”